QUOTE.
Het belang van deze persoonlijke toegangen (nb. korte lijntjes) wordt nog eens versterkt doordat de meeste grote publieke instellingen, van zorgverzekeraars tot gemeentelijke instellingen, hun toegang juist zo onpersoonlijk mogelijk inrichten. Voor het publiek en dus ook voor sociale professionals. Waar het bedrijfsleven vaak zijn uiterste best doet om een klant een zo persoonlijk mogelijke account-manager toe te wijzen door deze met naam en toenaam in de correspondentie te vermelden, of door de chef van het filiaal met een grote foto boven de kassa te hangen, stelt men in de publieke sector juist alles in het werk om het tegenovergestelde te suggereren. Bang als men is om overladen te worden door veeleisende en voordringende burgers dan wel voor professionals of belangenbehartigers die iets willen regelen, verschuilt men zich achter algemene nummers, keuzemenu’s, telefooncentrales en onpersoonlijke contactformulieren.
Pieter Hilhorst en Jos van der Lans over ‘het geheim van korte lijnen‘ op Sociale Vraagstukken.
Zeer mee eens. Sociale professionals drijven vaak op wie ze kennen. Weten wie je moet bellen of wie snel uitkomst kan bieden is onderdeel van je sociale kapitaal. De decentralisaties zijn gepaard gegaan met grote reorganisaties en aanbestedingen. Wat mij opviel is dat dit een verwoesting aanrichtte op het gebied van de informele lijnen.
Iedereen op een ander plekje.
Waarmee ook maar weer eens werd bewezen dat de informele contacten en niet de regels en de procedures uitkomst bieden wanneer het misloopt met een klant.
Niet te vaak reorganiseren dus, het maakt meer kapot dan je lief is.