Het zal u wel zijn opgevallen. Ik sta een beetje argwanend ten opzichte van alle pogingen van management om mijn en andermans beroepsleven te sturen. Het komt er al te vaak op neer dat alles en iedereen op maat van het voorbedachte Procrustesbed wordt gezaagd. waarna triomfantelijk wordt verkondigd dat maatwerk wordt geleverd.
Nu wordt ik door Hans de Bruijn in het dagblad Trouw stevig op de vingers getikt. Hij brengt niet minder dan een ode aan de manager. En hij heeft daarvoor -het moet gezegd- een ijzersterk argument. Hij somt een reeks rechterlijke dwalingen en medische missers op die we allemaal kennen en waar uit blijkt: Ook de professional raakt soms heel erg de weg kwijt en wie houdt hem dan tegen als de manager het niet doet.
Laten we dat naar het meest recente en meest prangende voorbeeld dan maar het Jansen-Steureffect noemen. Deze door hebzucht en eigendunk bezielde professional dreef zijn patiënten immers tot zelfmoord. De Bruijn concludeert dat de wortel van het kwaad ligt in het new public management dat wordt vereenzelvigd met de neoliberale ideologie die inmiddels zo in diskrediet is geraakt. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat we hierom het management maar bij het oud vuil zetten en ons zodoende kwetsbaar maken voor een ongekend Jansen-Steureffect. De Bruijn concludeert
… Datzelfde geldt voor de zorg, die door de noodzaak tot kostenbeheersing steeds weer met malle bureaucratie wordt geconfronteerd, zoals de minutenregistratie, die een praatje tussen hulpverlener en cliënt onmogelijk maakt. De bestrijding ervan vergt samenspraak tussen management en professionals.
Dat mag helemaal waar zijn. Maar het zal de nodige tijd vergen voor hierin een evenwicht is bereikt.
16 december 2013